logo-met-tekst-kleiner-breed

Historie

logo-batavier-groot-300ZRMV De Batavier  

De huidige, Zeil-, Roei- en Motorbootvereniging De Batavier is voortge­komen uit drie afzonderlijke watersportverenigingen, de Batavier, Viking en Vahalis, die alle hun domicilie hadden in het Nijmeegse Meertje, een water gelegen net ten oosten van de verkeersbrug over de Waal. 

batvier-haven

De Batavier  

De oudste van deze drie verenigingen die, net als de tegenwoordige, de Batavier heette, werd op 15 december 1917 door een aantal Nijmeegse notabelen en industriëlen opgericht. In de bewaard gebleven notulen van die oprichtingsvergadering valt de reden van de oprichting te lezen. Door de oorlog -de Eerste Wereldoorlog woedde in volle hevig­heid- waren door reisbeperkingen en brand­stofgebrek weinig vormen van recreatie mogelijk.

Aanvankelijk verging het de jonge vereniging zeer goed. Maar toen de vrede een paar jaar oud was, taande de belang­stelling en balanceerde de Batavier jarenlang op het randje van een bestaans­minimum. 

foto-clubhuis

Het botenhuis van de vereniging lag in de toenmalige Bovenhaven in Nijme­gen. Die grote Bovenhaven lag op de plaats waar nu de verkeersbrug en de Passantenhaven liggen. Na de bouw van de brug rond 1936 vond de Batavier een onderkomen in het Meertje. 

In de Tweede Wereld­oorlog verloor de vereniging door het oor­logsge­weld in 1944 al haar materiaal. Tot die tijd bezat de Batavier zelf veel boten die de leden konden huren. Ook het prachti­ge boten­huis werd geheel verwoest. 

Na de oorlog krabbelde de club weer moeizaam overeind. Er werd een nieuw botenhuis gebouwd, dat ook nog lange tijd dienst heeft gedaan in Niftrik, tot 1982. Echt floreren deed de club echter niet en men trachtte te fuseren met andere watersportverenigingen die ook in het Meertje lagen. Bij deze clubs bestond aanvankelijke nogal wat weerstand tegen een fusie. Dat had te maken met het elitaire karakter van de toenmalige Batavier. In 1960 werden die problemen overwonnen. Er vond een fusie plaats met de watersportvereni­ging Vahalis. De nieuwe club bleef ZRMV De Batavier heten. 

De Viking  

De tweede in de Batavier aanwezige vereniging heette Viking. Van deze club is weliswaar de oprichtingsdatum bekend - 24 januari 1935 – echter er zijn geen notulen bewaard gebleven. In 1943 splits­te zich een actieve groep zeilers af en richtte de zeilvereni­ging Vahalis op. De Viking stelde daarna niet veel meer voor. In 1948 ging de club op in Vahalis. Het vikingscheepje in de huidige Batavierenvlag herinnert nog aan die Viking. 

Vahalis  

De jongste van de drie oorspronkelijke verenigingen heette Vaha­lis (de Romeinen gaven aan de grote rivier die langs Nijmegen stroomt de naam Vahali, die later waarschijnlijk verbasterde tot Waal). Opge­richt in 1943 -midden in de oorlog!- bestond Vahalis uit een club jonge enthousiaste mensen. Nog tijdens de laat­ste oorlogsmaanden werden plannen gemaakt voor het komende vaarsei­zoen! Het is een genoegen de verslagen van de vergade­ringen uit die tijd - we hebben er helaas slechts enkele - te lezen. Geld had Vahalis niet, maar mankracht en enthousiasme des te meer. 

Veel van het actieve watersportgebeuren op de Waal in de jaren '50 komt dan ook voor rekening van Vahalis. Oorspronkelijk had deze vereniging haar onderkomen in het grote Grintgat bij Weurt. Na het opnieuw samengaan met de Viking, verhuisde Vahalis naar het Nijmeegse Meertje. 

In 1960 kwam het uiteindelijk tot een fusie met de Batavier omdat gezamen­lijke belangen dan beter behartigd konden worden. 

Vanaf 1960 tot circa 1965 verging het de vergrote Batavier goed. Er waren activiteiten in de baggergaten stroomopwaarts van Nijmegen (Bisonbaai, Kaliwaal en de Bylant). Maar geleidelijk nam de scheepvaart op de Waal in aantal en grootte toe. Een belangrijke rol speelde ook de verzanding van de monding van het Meertje. Om de twee jaar moest daar gebaggerd worden en de gemeente Nijmegen begon daar steeds moeilijker over te doen. Rijkswaterstaat en de gemeente oefenden dan ook sterke druk uit op de Batavier haar onderkomen in het Meertje op te geven en een nieuwe plek te zoeken aan de veel rustiger Maas. Uiteindelijk gelukte dat en op 19 mei 1968 verliet de Batavier het Meertje om haar nieuwe haven in de afgesneden Maasarm in de Loonse Waard bij Niftrik te betrekken. 

Aanvankelijk was het de bedoeling te zijner tijd naar Nijmegen terug te keren. Immers in die dagen speelde de afsnijding van de Waalboch­ten bij Nijmegen. De overblijvende dode rivierarmen zouden prachtige watersportgebieden worden! De werkelijkheid verliep echter anders en halverwege de jaren '70 was duidelijk dat er van terugkeer naar Nijmegen geen sprake kon zijn. 

De Batavier richtte zich daarna geheel op Niftrik. Het ging de vereniging daar zeer goed. Het ledental verdubbelde binnen enkele jaren, het aantal schepen nam navenant toe. Er moest, evenals bij de zusterverenigingen langs de Maas, een wachtlijst voor nieuwe leden en schepen worden ingesteld. De Niftrikse haven groeide uit tot een prachtige jachthaven met voor die tijd goede voorzieningen. Al die voorzieningen, zoals steigers, botenhuis, kraan, woonhuis van de havenmeester, clubhuis, elektriciteitskabel, water etc. waren geheel door de vereniging bekostigd en aangelegd veelal met mankracht van de leden. Eind jaren '70 was de Batavier op z’n grootst, rond 400 leden en meer dan 300 schepen. 

Het volgende decennium verliep wat minder voorspoedig. Er trad een daling van het ledental op. Dat werd veroorzaakt door concurrentie van de zeilplank die zeer veel jonge zeilers wegtrok, door het beschikbaar komen van meer ligplaatsen in (nieuwe) jachthavens in de regio (onder andere te Maasbommel) en door vertrek van zeilende leden naar havens aan het 'grote water' in Zeeland en langs het IJsselmeer. Echter ook de onzekere positie van de jachthaven in het 'toekomstig industriegebied de Loonse Waard' speelde daarbij een rol. De vereniging kon niet investeren in betere voorzieningen zolang de plaats van de jachthaven niet zeker was gesteld. 

In 1982 werd het nog uit het Nijmeegse Meertje afkomstige havenschip – ‘het gezicht van de Batavier’ – afgestoten en vervangen door een bescheidener en meer naar de toenmalige behoeften ingericht schip. 

De natuur stelde de Batavieren enkele malen op de proef. Hoog water zorgden er voor dat de haven af en toe niet bereikbaar was en soms waren er noodmaatregelen nodig zoals bij het hoge water in winter 1984. Bar was het echter toen in de strenge winter van 1985 Rijkswaterstaat de stuwen bij Sambeek, Grave en Lith streek. Het met een dikke laag ijs bedekte water in de jachthaven zakte in één nacht met bijna drie meter. Afgemeerde schepen langs de walsteigers vielen droog en kantelden. Steigers en meerpalen braken daarbij af als lucifershoutjes. De ravage was enorm! Het door de verzekering uitgekeerde schadebedrag bedroeg fl 300.000.= Vier maanden later, in juni 1985, openden de Batavieren een totaal ver­nieuwde en veiliger ingedeelde haven. Uiteraard was die door eigen mensen gebouwd! 

De verhouding met het Haven- en Industrieschap De Loonse Waard, in casu met de gemeente Wijchen, is voor de Batavier jarenlang een heel moeilijke geweest. Omdat het de gemeente niet lukte bedrijven te interesseren voor vestiging op het schiereiland, was het eind jaren '80 helder dat verdere industrialisatie van de Loonse Waard niet door zou gaan. Uit financiële overweging maakte de gemeente plannen het bestemmingsplan te wijzigen en het schiereiland aan te wenden voor ontgronding. De relatie met de Batavier bereikte een dieptepunt door de volslagen onverwachte opzegging van de pacht per 1 januari 1988. De grens van de geplande ontgronding zou immers dwars door de haven van de Batavier lopen! De brief met deze mededeling bereikte het bestuur op 3 oktober 1987... Ook hier werd de soep niet zo heet gegeten als hij werd opgediend, de plannen werden wat aangepast en de haven van de Batavier kon blijven. In 1992 ging de kogel definitief door de kerk; ook de provincie ging akkoord met een wijziging van het bestemmingsplan. Bij de Batavier haalde men opgelucht adem, de tijd van de onzekere juridische positie leek voorbij. 

Richtlijn voor de Batavier in de volgende jaren werd het inrichtingsplan dat de gemeente Wijchen de Grontmij liet opstellen voor de Loonse Waard na de ontgronding. Dat plan is inmiddels rond 2010 gerealiseerd. Op een smalle strook grond langs de Maas na, is bijna het gehele schierei­land afgegraven waardoor een grote waterplas ontstond. De stevige dijk die de haven beschermt tegen de heersende weste­lijke winden bleef echter. Uiteraard juichte de vereniging het beschikbaar komen van de grote waterplas toe, het kon de aantrekkingskracht van de Batavier alleen maar vergroten. Het restant van het schiereiland kreeg een recreatieve bestemming waarin ruimte werd gereserveerd voor jachthavens. Naast de Batavier kreeg ook zustervereniging Hoogeerd daarin een definitieve stek.  

De verhouding met de gemeente klaarde zienderogen op! Vooruitlopend op de reali­se­ring toonde de gemeente zich in 1992 bereid de kosten te dragen voor aanleg van de elementaire nutsvoor­zieningen, stroom, water en riolering. In de maanden oktober en november van dat jaar zijn deze voorzieningen dan ook tot stand gekomen. Materiaal betaald door de gemeente, maar aangelegd door de Batavieren! 

  

In 1992 werd in de stadsschouwburg van Nijmegen het 75-jarig bestaan uitbundig gevierd. Na de moeizame, spannende voorafgaande jaren leek het tijd voor ontspanning. Dat de vereniging nu definitief in Wijchen was gevestigd, bleek uit het ontbreken van een Nijmeegse gemeentelijke delegatie op het feest, terwijl de Wijchense burgemeester wel aanwezig was en een toespraak hield. 

Het extreme hoge water rond de kerstdagen van 1993 had niemand voor mogelijk gehouden en kwam dan ook totaal onverwacht. In allerijl moesten noodmaatregelen getroffen worden. IJzeren mutsen werden op de hoofdmeerpalen gelast om te voorkomen dat steigers met boten en al zouden wegdrijven! Schepen die op winterbokken op het parkeerterrein stonden, dreigden daarvan te worden opgelicht en weg te drijven. Het clubhuis en de woning van de havenmeester liepen onder en werden ontruimd. Was dat water al extreem hoog, ruim een jaar later in februari 1995 kwam het nog 20 cm hoger! Opnieuw overuren voor de havenbeheerders, opnieuw een ondergelopen clubhuis en woonhuis en opnieuw gevaar voor wegdrijven van de haven. Een geluk was dat in het tussenliggende jaar het parkeerterrein was heringericht, waarbij het door opbrengen van grond een halve meter was verhoogd. Dat betekende dat de boten op het parkeerterrein een stuk veiliger stonden. 

Een grote verandering, niet alleen om financiële redenen, halverwege de jaren ’90 was het verdwijnen van de professionele havenmeester. Vanaf haar oprichting in 1917 had de vereniging altijd een havenmeester in dienst gehad. Primaire haventaken werden nu overgenomen door de beheerders van het clubhuis. 

Tweede helft van de jaren ’90 dwongen steeds stringentere milieueisen, vooral rond (chemisch) afval- en vuilverwerking, de vereniging tot behoorlijke investeringen. Betere en meer voorzieningen voor elektriciteit, water en riolering werden aangebracht, zowel op de steigers als op het parkeerterrein. Steigers werden verbeterd of vernieuwd en op bescheiden schaal werden weer walsteigers aangelegd. Daartoe werd er gebaggerd en kwamen damwanden om die steigers bereikbaar te houden. De winterstalling van boten op de wal werd gemoderniseerd. De vereniging schafte zelf winterbokken aan en er kwam een trailer voor vervoer van bok met boot. De eigen havenkraan was begin jaren ’90 al afgekeurd en sindsdien wordt er gewerkt met vaste hijsdagen door middel van een gehuurde mobiele kraan. 

Het uit 1970 daterende clubhuis had twee keer onder water gestaan en was dringend aan renovatie toe. Na intensief overleg met Rijkswaterstaat werd besloten een nieuw clubhuis te bouwen, bestaande uit een betonnen onderbouw met daar bovenop het eigenlijke clubhuisgedeelte. Zodanig dat bij extreme hoogwaters wel de onderbouw vol zou lopen, maar het clubhuis zelf ten allen tijde droog zou blijven. Ook was er woonruimte in gereserveerd voor de beheerder. In april 2001 werd dat nieuwe clubhuis met een grandioos feest ingewijd. Het betekende echter ook dat met weemoed afscheid genomen moest worden van het oude, door velen als zeer gezellig ervaren clubhuis. Kort daarop werd het afgebroken, evenals de havenmeesterwoning. Rond 2008 verdween ook het havenschip mede omdat het door het beschikbaar komen van ruimte in de onderbouw geen essentiële functie meer had. De dieselvoorziening in dat oude schip verhuisde naar de wal. 

Een watersportvereniging als de Batavier kan nooit op haar lauweren rusten. Voortdurend zijn vernieuwingen, aanpassingen en onderhoud nodig om de jachthaven in stand te houden en om te voldoen aan de eisen die overheden stellen. Deze tijd vereist het meegaan met moderne elektronische communicatie mogelijkheden, zoals e-mail en een internetwebsite. Ook de watersporters zelf verwachten steeds meer faciliteiten. In het eerste decennium van de 21-ste eeuw heeft de Batavier daaraan stevig gebouwd. Hoewel het beslist geen sinecure is om voldoende capabele en gemotiveerde vrijwilligers en bestuurders te vinden die zich willen inzetten, is dat nog steeds gelukt; het is een voorwaarde voor het voortbestaan van de vereniging.